Gedachtentreinen, identificaties met emoties, ze kunnen je leven behoorlijk in de greep houden. Wat te doen?
De nacht van donderdag op vrijdag.
Vaag hoor ik gehoest. Stilte. Opnieuw in de verte hetzelfde geluid. Ik draai me om. Nogmaals gehoest maar nu luider. Ik ben wakker. Ik probeer weer in slaap te komen, maar de irritatie is me voor: ‘Potverdorie, ik wil slapen.’
Te trots
Het gekuch aan mijn linkerzijde gaat door. Ik ga naar de wc. Bedenk me in de badkamer om mijn vriend een slokje water en een dropje aan te bieden zodat het hoesten misschien stopt. Maar iets in mij is te trots en blijft zich focussen op de irritatie. Ik kruip weer naast mijn blaffende prins, die kennelijk nergens last van heeft want hij slaapt prinsheerlijk door.
Stampvoetende kleuter
Ik ben mij bewust dat ik een keuze heb: óf ik blijf me focussen op de irritatie en op de zorgen over mijn nachtrust, óf ik richt mijn aandacht ergens anders op. In ’n split second ‘kies’ ik voor de irritatie. Na een paar keer hard zuchten en steunen pak ik mijn kussen en grijp ik om me heen naar iets om aan te trekken. (Intussen is mijn vriend wakker en zegt half slaperig ‘liefje, ik neem wel een keelsnoepje’ – waarop ik zeg dat dat niet nodig is.) Ik loop, verstrikt geraakt in mijn jurkje, als een stampvoetende kleuter naar beneden.
Utopie
Je zou denken dat hiermee het probleem is opgelost. Maar nee, in slaap komen is inmiddels een utopie geworden. Ik ben boos omdat ik nu beneden op de bank moet (…) liggen en maak me zorgen over dat ik hier niet kan slapen en hoe dat dan morgen moet. Zucht.
Intussen, als ik goed luister, lijkt het wel alsof de prins boven in een oase van rust beland is. Het keelsnoepje doet blijkbaar zijn werk. Opnieuw word ik mij bewust dat ik kan blijven mokken en realiseer me opeens dat er iets in mij is dat gelijk wil krijgen in mijn aanname dat ik morgen door slaapgebrek niets waard ben. Dan zal mijn vriend eens zien wat hij me heeft aangedaan. Hoe ik eronder geleden heb.
Gedachtentrein ontspoort
Na dit inzicht besluit ik mijn slachtoffer zijn van de situatie op te geven, nu wel heel erg duidelijk wordt dat ik zelf dader ben geworden van het niet kunnen slapen. De identificatie met mijn boosheid en irritatie heeft losgelaten en mijn negatieve gedachtentrein is ontspoort. Er ontstaat ruimte.
Rust
Ik sluip naar boven en kruip stilletjes in bed. Ik speel met de gedachten en gevoelens die opkomen door ze niet vast te grijpen, maar ook niet weg te duwen. En precies tussen het niet grijpen en niet wegduwen in, ervaar ik de rust, de stilte en de ruimte. En hoewel ik niet echt meer diep in slaap val, is het tegelijk ook geen probleem.
Het was grappig te merken dat er al vrij snel ruimer bewustzijn in het proces aanwezig was. En ik er toch in eerste instantie voor koos om mee te gaan in de negatieve gedachten en emoties. Soms is de wil om erin mee te gaan groter dan de wil om eruit te stappen. Als je er géén bewustzijn op hebt, maar je merkt dat je ergens in vastzit, helpt het om te herinneren dat je niet de gedachte of emotie bent (er niet geïdentificeerd mee bent) maar dat je ze hebt. Dat schept ruimte. Het geeft je een keuzemogelijkheid: ga ik erin mee of stap ik uit mijn verhaal?
Een goede nachtrust gewenst!